Marleen Ouwerkerk

Creativity is the mind having fun

#12 Vrijdag

Ingrid trekt af en toe zó hard aan mijn haar dat de tranen bijna in mijn ogen springen, maar ik zeg niets. Ik staar alleen maar voor me uit, in gedachten verloren. Ik heb zó geen zin in een feestje. Ik weet eigenlijk niet goed waarom, maar ik heb er gewoon geen zin in. Nieuwe mensen leren kennen die ik waarschijnlijk moet uitleggen waarom mijn been in het gips zit. Gelukkig hoef ik niet uit te leggen waarom ik geen voortanden meer heb, want die zitten er weer in en zien er super uit, dat moet ik eerlijk zeggen. De drive om nieuwe mensen te leren kennen is gewoon niet groot en ik weet ook nooit wat ik dan moet zeggen. Waar we het over moeten hebben. Mijn gedachten dwalen af naar toen ik Pepe leerde kennen. Ik kon geen stom woord meer uitbrengen toen hij in dat restaurant verscheen. Vervolgens knoeide ik saus op mijn shirt en gooide ik nog een glas wijn om. Toch verliep ons gesprek na onze officiële ontmoeting prima. We hadden stof genoeg om over te praten en we vulde elkaar mooi aan. Dat zijn mooie herinneringen. Ik merk dat er een glimlach om mijn mond verschenen is.
‘Zo, kijk eens aan mevrouw. Uw kapsel is klaar!’ Ingrid kijkt trots naar mijn haar en houdt een spiegel achter me, zodat ik het zelf ook kan zien.
‘Maak je soms ook kapsels van chocolade? Het ziet er werkelijk prachtig uit! Waar heb je dit nu weer geleerd?’
Ingrid haalt haar schouders op. ‘Gewoon… Ik had veel tijd weet je wel… Dus ik moest mezelf bezighouden en dit was een van die dingen.’
‘Echt geweldig! Dankjewel.’ Ineens voel ik iets geks. Iets wat ik al lang niet meer gevoeld heb. Iets hoopvols. Iets fijns. Heb ik nu ineens zin gekregen in dat feest? Kan dat? Ik bekijk mezelf nogmaals in de spiegel. Ik moet toegeven dat het er allemaal niet verkeerd uitziet. De make-up en mijn kapsel maken het af en ik voel me een heel ander mens.
‘Ik zei het toch.’ Ingrid kijkt me geamuseerd aan.
‘Wat?’ vraag ik niet-begrijpend.
‘Dat je er prachtig uit zou zien in die jurk. Let op mijn woorden: je gaat een leuke avond hebben.’ Ze geeft me een schouderklopje. ‘Ik had heus wel door dat je niet op een feestje zat te wachten, maar ik moest iets doen om je uit die sleur te krijgen. Ik denk dat het al een heel eind gelukt is.’
Ik knijp mijn ogen een beetje samen en kijk haar strak aan. ‘Wat gemeen!’ zeg ik lachend.
‘Sorry… Het was voor je eigen bestwil.’
‘Dankjewel.’ Dankbaar knik ik naar Ingrid. Ze heeft het voor elkaar gekregen.
‘Ik ga me ook even klaarmaken,’ zeg Ingrid terwijl ze de kamer uitloopt.
‘Prima.’ Ik pak mijn krukken en zet koers naar de woonkamer. Het lukt gelukkig nog best goed om de krukken te gebruiken. Ik had verwacht dat de wijde jurk problemen zou geven, maar dat valt honderd procent mee.

Ik besluit met het thuisfront te bellen. Mam neemt direct op.
‘Zo, dat is snel!’ zeg ik als ik haar stem hoor.
‘Ik had toevallig de telefoon in mijn handen. Hoe is het met je, lieverd?’
‘Eh, ja wel goed eigenlijk. Ingrid geeft een feest en ik zit al helemaal opgedoft klaar.’
‘Oh, wat leuk.  Dat zal je vast wel goed doen, even iets anders.’
‘Ja. Zeg, hoe is het met de kinderen?’
‘Oh goed, maak je maar geen zorgen. Pim heeft vandaag een vriendje op bezoek gehad. Hoe heette dat kind nu ook alweer?’ Er valt een stilte. ‘Een normale naam met een letter ervoor…’
‘Djamie?’
‘Ja!’ antwoord mam euforisch. ‘Dat was het. Ja ik ben van de oude stempel en ben niet zo goed met die hippe namen allemaal.’
Ik schiet in de lach. ‘Dat geeft niet.’
‘Nou ja, ze hebben het in elk geval leuk gehad. Hij is nu met je vader frietjes halen. De tweeling zit op de bank tv te kijken en daar is ook alles goed mee.’
‘Fijn om te horen. Geef ze allemaal maar een hele dikke kus en knuffel. Ik mis ze.’
‘Ze missen jou ook. Gisteren had je jongste zoon het even moeilijk, maar uiteindelijk is alles goed gekomen.’
‘Oké,’ zeg ik een klein beetje van mijn stuk gebracht. Wat doe ik ze ook aan? Mama vertrekt zomaar voor drie weken uit hun leven. Dat is toch ook aso?
‘Zeg, geniet van het feest en maak je geen zorgen om ons, wij redden ons prima!’
‘Nou vooruit dan,’ grap ik. ‘Doe pap ook de groeten.’
‘Zal ik doen.’
‘En dank je wel, mam. Dankjewel dat jullie dit voor mij doen.’
‘Schat, voor je kinderen doe je alles!’
‘Ja…’
‘Tot snel!’ Mam klinkt vrolijk.
‘Tot snel.’ Ik hoor dat mam de verbinding verbreekt en ik staar voor me uit. Voor je kinderen doe je alles. Dat klopt. Maar waarom ga ik dan van ze weg? Waarom laat ik ze dan alleen achter? Ben ik zó egoïstisch? Maar het ging echt even niet meer…  Nee, nee, nee! Niet mijn gedachten mijn avond laten verpesten. Ik voelde me net zo goed. Ik schud even met mijn hoofd, alsof ik daarmee mijn gedachten weg kan schudden en strompel naar het raam. Wat een uitzicht. Ik zou hier best wel kunnen wonen. Nederland is zo dichtbevolkt. In Spanje hadden we ook alle ruimte om het huis en toch lagen we niet mega afgelegen en hadden we contact met de buren om ons heen. In Nederland woon ik nu in een stad die overbevolkt is en waar men de buren van twee huizen verderop nog niet eens kent. In dat opzicht vind ik Nederland niet zo’n heel geweldig land om te wonen. En het weer. Het weer is ook gewoon prut. Echt prut. Maar wat doe je er aan?
‘Tadaaa!’ Ingrid komt de woonkamer in paraderen. Ze heeft een donkerpaarse jurk aan met een bovenlijfje van pailletten en dezelfde soort glanzende stof voor de rok als die van mij. Haar haar zit opgestoken in een nonchalante knot. Haar ogen zijn zwart omlijnd en alhoewel ik zo’n dikke make-up nooit zo geweldig vind, moet ik toegeven dat het haar prachtig staat.
‘Wauw! Je ziet er geweldig uit!’
‘Dank je,’ zegt ze stalend. Ze kijkt naar de klok. ‘We hebben nog even voordat de eerste gasten arriveren. Zullen we ons eerste drankje van de avond pakken?’ Twee vragende ogen kijken me aan. Ik knik instemmend.
Ingrid loopt naar het kleine barretje achter in de woonkamer en schenkt ons beide iets in. ‘Op een mooie avond.’ Ze heft haar glas.
‘Op een mooie avond.’ De glazen klinken en we nemen een slok. Ik heb zojuist besloten dat ik het naar mijn zin ga hebben. Dat ik het leuk ga hebben vanavond. Dat ik ga genieten. Dat ik met mensen ga praten en dat ik kan opladen van dit feestje. Dit is mijn kans om weer eens sociaal te zijn. Even geen kinderen om me heen om me druk over te maken. Geen mensen die iets van me willen. Geen dingen die moeten. Gewoon alleen maar genieten vanavond. Dat is mijn plan.

Ik kijk op uit mijn gedachten als de deurbel gaat.
‘Daar zul je de eerste gasten al hebben!’ Ingrid zet haar glas weg en haast zich vrolijk naar de deur. Ik hoor gedempte, maar vrolijke stemmen in de hal. Ik ben benieuwd wie er binnen gaat komen. De voetstappen komen dichterbij.
‘Tanja, dit is Mathias.’ Ingrid knikt naar een lange, slanke man met blond haar en felblauwe ogen. ‘Mathias, dit is Tanja.’ De man loopt naar me toe. Ik voel onrust in mijn lijf en weet niet goed waar ik moet kijken. Mathias steekt zijn hand naar me uit. Ik kijk ernaar en pak hem voorzichtig vast. Een warme, ferme, maar toch ook zachte hand grijpt mijn hand vast. ‘Aangenaam, Tanja.’ Zijn ogen vangen de mijne en lijken te fonkelen. Deze man heeft een uiterst vriendelijke uitdrukking. Als hij zijn hand loslaat voel ik de warmte nog in mij handpalm.
‘Mathias komt oorspronkelijk uit Zwitserland, ging met zijn ouders als kind naar Nederland, maar woont inmiddels alweer een aantal jaar hier,’ legt Ingrid uit. Ik knik en kijk Mathias vluchtig aan. Wat moet ik hierop zeggen? De bel gaat weer en Ingrid verlaat de ruimte.
‘Je ziet er prachtig uit,’ zegt Mathias en zijn ogen twinkelen weer. Jeetje wat een charmante man. Het is dat ik niet op zoek ben, maar ik kan me voorstellen dat ik anders als een blok voor hem gevallen was. En ik val niet eens op blond… ‘Heb je een ongelukje gehad?’ vraagt Mathias en hij knikt naar mijn krukken.
‘Oh, ja. Ingrid heeft me aangereden,’ zeg ik luchtig.
‘Wat?’ De twee helderblauwe ogen worden groot. ‘Heeft ze je aangereden? Daar heeft ze niets van verteld.’
‘Ik denk dat ze er niet zo trots op is,’ zeg ik zacht. Mathias’ tanden worden zichtbaar als zijn mondhoeken opkrullen en hij hardop lacht. Oei, een perfect gebit.
‘Dat zou best eens een goede reden kunnen zijn,’ zegt hij lachend.
Ik steek mijn been onder mijn rok uit en laat hem het gips zien. ‘Nog maar een paar weken…’
‘Wat vervelend voor je. En dan zit je ook nog hier in de bergen, dat valt niet mee.’
‘Tja, ik heb wel een privéchauffeur die hier toevallig ook woont,’ zeg ik en wederom schiet Mathias in de lach.
‘Heb jij even geluk.’ Zijn gebit fascineert me. Ik weet niet waarom. Zijn tanden zijn zo wit, maar niet van zo’n gebleekte neptanden. Het is natuurlijk, maar witter dan gemiddeld. En ik zie geen enkele scheve tand. Hij heeft vroeger vast een beugel gehad, dat moet haast wel. Zelfs Pepe, mijn perfecte man, had een scheve tand linksboven. Mathias lijkt zo te zijn weggelopen uit een tandarts reclamespotje.
‘Eh, kan ik je iets te drinken aanbieden?’ vraag ik snel.
‘Lekker, maar laat mij het zelf halen.’ Hij knikt naar mijn krukken. ‘Ik weet hier de weg,’ zegt hij. Hij knipoogt en loopt dan richting de bar.
Hij kent de weg? Dus hij komt hier vaker? Ik ben benieuwd hoe Ingrid en hij elkaar hebben leren kennen.
Voordat ik daar verder over na kan denken, staan er plotseling twee nieuwe mensen voor mijn neus.
‘Dit is dus Tanja,’ hoor in Ingrid zeggen. ‘Tanja, dit zijn Eloise en Frank, ze wonen een paar kilometer verderop.’
‘Hallo,’ zeg ik en ik geef hen beide een hand. Ze spreken Zwitsers, maar zien dat ik er niet veel van begrijp en schakelen dan over op Engels.
‘Wat vervelend van je been, Ingrid vertelde ons wat er gebeurd is. Erg naar.’ Eloise kijkt me meelevend aan.
‘Tja, het is wat het is,’ zeg ik en ik haal mijn schouders op.
‘Heb je er veel last van?’ Vraagt Frank.
‘Nee, gelukkig niet. Het is alleen af en toe lastig.’
‘Daar weet ik helaas alles van. Ik heb vijf jaar geleden mijn been op vier plekken gebroken toen ik een motorongeluk gehad heb.’ Frank kijkt serieus.
‘O, wat verschrikkelijk.’
‘Gelukkig is alles hersteld, maar het duurde lang. Ik had veel pijn, vandaar dat ik vroeg of je er last van had. Ze hadden bij mij iets verkeerd teruggezet en telkens als ik nu iemand zie met een been in het gips voel ik die nare pijn weer.’
‘Wat vervelend voor je,’ zeg ik. Er valt een stilte en ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen.
‘Mathias!’ Frank steekt zijn hand in de lucht als hij Mathias ziet en loopt naar hem toe.
‘Let maar niet op hem,’ fluistert Eloise. ‘Hij kan nogal dramatisch doen als het om zijn ongeluk gaat.’ Ik knik ietwat ongemakkelijk.
‘Maar even wat anders. Wat zie jij er prachtig uit!’ Eloise zegt een stapje naar achteren en bekijkt me van top tot teen. ‘Echt prachtig.’
‘Dank je.’ Ik bekijk haar jurk, die een zalmroze kleur heeft. ‘Jij ziet er ook echt prachtig uit,’ zeg ik en ik knik naar haar.
‘Oh, nou dit is een oudje hoor, die hing nog in de kast van een paar jaar geleden.’
‘Aha…’ Het gesprek valt stil en ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen.
‘Ik ga even een drankje halen,’ zegt Eloise en ze wijst naar de bar. Ik moet bekennen dat ik blij ben dat ze wegloopt, want ik had geen idee waar ik het over moest hebben. Bovendien voelde ik een beetje een gekke vibe of zo. Het voelde een beetje afstandelijk.
‘Tanja!’ Ik hoor Ingrid mijn naam noemen. ‘Ik wil je even voorstellen aan Chris.’ Ik draai me om en voel een schok door mijn lijf gaan. Plotseling kan ik niet meer ademen. Ik grijp met mijn hand naar mijn hart en hap naar lucht. Dit is onmogelijk…